“In een wijkgezondheidscentrum blijft er ruimte om bij te leren”

 

De meeste huisartsen kiezen voor een carrière als zelfstandige. Maar sommigen gaan werken in een wijkgezondheidscentrum. We spraken met Dr. Farah Aerden.  

Hoe ben jij in een wijkgezondheidscentrum terecht gekomen?

Ik kende het concept via mijn zus, die kine is in een wijkgezondheidscentrum. En ook via mijn papa, die maatschappelijk werker is en die regelmatig samenwerkt met het wijkgezondheidscentrum in zijn regio. Toch heb ik er bewust voor gekozen om mijn HAIO-tijd niet door te brengen in een wijkgezondheidscentrum. In een wijkgezondheidscentrum word je als arts met complexere patiëntensituaties geconfronteerd, waar ik me toen nog te onzeker voor voelde.  

Nadien ben ik een tijdje vervangingen gaan doen. 1 van die vervangingen was hier, toen Dr. Sara in bevallingverlof was, in 2020.

Toen Vierkappes me nadien aanbood om te blijven, heb ik dat aanbod aangenomen. Ik krijg hier het gevoel dat ik iets beteken voor de patiënten, soms gewoon al door te luisteren, gerust te stellen of wat advies te geven. Het feit dat je hier als arts een bediendencontract krijgt, vond ik ook heel interessant. Zo hoef ik me geen zorgen te maken over alle administratie die er bij het zelfstandigenstatuut komt kijken.

 

Is het voor een huisarts financieel interessant om in een wijkgezondheidscentrum te werken?

Je krijgt in een wijkgezondheidscentrum als arts zeker een okee loon. Als zelfstandige heb je weliswaar meer vrijheid om bijvoorbeeld meer uren te werken en je kan ook meer inbrengen in de belastingen. Op die manier is zelfstandige zijn misschien iets interessanter.

Als bediende, daarentegen, heb je voordelen die een zelfstandige niet heeft. Ik denk aan ziekteverlof, vakantiedagen, pensioen, bevallingsverlof of vaderschapsverlof, ouderschapsverlof, betaalde feestdagen, … Bovendien is hier in de praktijk al mijn werkmateriaal aanwezig. Ik heb daar niet zelf in hoeven te investeren.

Een ander voordeel als jonge arts om in een artsenteam als bediende te werken, is dat er ruimte is om bij te leren. Een patiënt tegelijkertijd bij jezelf en een ervaren collega inplannen om samen een kleine ingreep te doen, heeft voor ons geen financiële gevolgen. Ook overlegmomenten zijn gewoon mogelijk.

 

Het zijn die kleine momentjes die ervoor zorgen dat je eventjes kan opladen tussen de consultaties door

 

Welke impact had Covid 19 op het huisarts zijn in een wijkgezondheidscentrum?

Helemaal in begin van de corona-pandemie mochten we als zorgverlener enkel de uiterst noodzakelijke consultaties in ons kabinet laten doorgaan. Alle andere consultaties moesten via de telefoon gebeuren. Voor een zelfstandige arts betekende dit een verlies van inkomsten aangezien die tele-consultaties te weinig betaald werden door de overheid. Wij kregen daarentegen op het einde van de maand ons zelfde loon betaald.

Anderzijds, sinds de coronatesting ingevoerd werd, hadden veel van onze patiënten hulp nodig met alles wat digitaal verliep: resultaten opzoeken, quarantainecertificaat downloaden, covid safe app installeren, vaccinatiecertificaat downloaden, … Dat zorgde voor veel extra werk.

 

Hoe is het voor jou om huisarts in een wijkgezondheidscentrum te zijn?

Ik vind het fijn om in een groot team te werken. We zijn bij Vierkappes met 5 vaste artsen en 2 huisartsen-in-opleiding (HAIO’s). De meeste van onze patiënten zijn al wel eens bij een collega op consultatie geweest. Dat maakt dat het gemakkelijk is om verlof te nemen of om wat overuren op te nemen. Je weet dat je patiënten door je collega’s verder geholpen zullen worden.

Ik heb hier ook heel wat niet-arts-collega’s. Dat werkt gemakkelijk om laagdrempelig intern door te verwijzen om snel advies te kunnen vragen. Verpleging, kine, maatschappelijk werk, …  kunnen in de zorg voor je patiënt ook zaken opnemen en dat zorgt voor een betere behandeling die zonder veel moeite georganiseerd wordt. Je hebt dankzij die mix van disciplines blikken vanuit een andere hoek op een bepaalde casus. Meerdere collega’s kennen je patiënt, waardoor je een vollediger beeld hebt van de situatie van de patiënt.

De patiënten die je een wijkgezondheidscentrum ziet, zijn een diversere groep dan in een gewone artsenpraktijk. Voor een groot deel van hen kan je veel betekenen en krijg je veel dankbaarheid. Anderzijds voel ik me soms machteloos omdat je als arts geen vat hebt op niet-medische factoren die een slechte invloed hebben op hun gezondheid. De situatie waarin sommige mensen leven is te complex om op korte termijn gezondheidswinst te kunnen boeken.

En last but not least, de steun en het plezier dat je hebt aan je collega’s apprecieer ik hier erg. Het zit hem in kleine dingen: samen middagpauze nemen, een kort babbeltje bij de koffiezet of de waterkoker over koetjes en kalfjes. Het zijn kleine momentjes die ervoor zorgen dat je eventjes kan opladen tussen de consultaties door. Er wordt ook af en toe iets buiten de uren georganiseerd, waardoor je je collega’s ook in een andere context leert kennen: een nieuwjaarsreceptie, een teambuilding, een etentje, …

Zoals je merkt, voel ik me hier dus wel op mijn plaats.

 
Roemy De Roover